Selecteer een pagina

Op woensdag 9 december om 20:30 wordt de herijking welzijnsopdracht besproken tijdens de Politieke Avond. Een groep burgers, samenwerkend als besturen van 5 buurthuizen en in het BurgerServiceLab heeft zich verdiept in de notitie hierover en zal inspreken op deze avond. Zij pleiten voor een bredere invulling van het begrip ‘Sociale Basis’. Dit zijn niet in eerste instantie de professionele organisaties, maar de actieve burgers die zich inzetten om hun wijk, buurt of stad te verbeteren. Zij zetten zich in om hen weer tot wijkbewonerschap te stimuleren, zodat er minder afhankelijkheid is van professionals en burgers (weer) gaan bijdragen in plaats van consumeren.

Bekijk hier de agenda en stukken van de Politieke Avond
Volg hier live de Politieke Avond

Beste mede inwoners van Arnhem,

Dank voor de gelegenheid om u als raad te informeren over onze opvattingen over dit belangrijke beleidsstuk. Deze reactie is namens de besturen van vijf samenwerkende buurthuizen: ’t Huukske, De Wasplaats, De Nieuwe Hommel, De Oosthof en de Lommerd, u allen vast wel bekend en het BurgerServiceLab.

Wij zijn overwegend tevreden met deze herijking en de werkwijze bij de totstandkoming ervan. Inwoners van verschillende wijken zijn gehoord, waaronder wij als besturen van wijk/buurthuizen.
Eén van onze kanttekeningen is dat niet alle inwoners van Arnhem via wijkbijeenkomsten de kans hebben gehad hun mening te geven en invloed uit te oefenen op de inhoud van nota.

De gemeente heeft er voor gekozen om in ieder geval die wijken met de meeste hulp-of steun-behoefte te betrekken bij deze herijking. Dat toont een op hulp en probleem georiënteerde focus in het beleidsdomein Welzijn. Wij vinden dit te eenzijdig.
Het toont een te beperkte visie op een aantal kernbegrippen in de notitie, die doorwerken in de uitwerking naar de welzijnsopdracht. Hieronder geven wij kort en samenvattend aan wat onze meer fundamentele kritiek op de notitie is.

Uitgangspunt is het begrip ‘Sociale Basis’. In onze opvatting is de sociale basis datgene wat inwoners ervaren in hun directe leef- en woonomgeving: Hun huis, hun buren, hun straat, hun buurt of wijk, hun familie, hun vrienden en relaties, hun werk of dagactiviteit, hun vrije tijdsbesteding, hun stad .  Deze Sociale Basis zoals hierboven beschreven is breder en basaler, dan de invloed van of samenwerking tussen professionele organisaties, waar het in de herijking over gaat (Welzijnsorganisaties, Sociale Wijkteams en Teams Leefomgeving).

De sociale basis zoals wij die zien is in vrijwel alle wijken slecht of onvoldoende onderhouden. Er wordt al jaren te weinig aandacht geschonken aan de ervaren verbinding tussen wijkbewoners binnen wijken. Daar waar het redelijk of goed gaat hebben de gemeente en de welzijnsorganisaties de sociale basis aan haar lot overgelaten.

Tot het moment dat er problemen zijn. Dan komen overheid, welzijnsorganisaties, zorgorganisaties, veiligheidsorganisaties in het geweer en doen hun best oplossingen aan te dragen voor de in de nota genoemde of ervaren problemen. Die focus geeft dus beloning van problemen door middel van aandacht en bevestigt het consumerende gedrag van vele mede-inwoners m.b.t. steun, hulp en zorg. Zo worden inwoners van wijken vaker wijk-gebruikers in plaats van wijk-bewoners. Wij zetten ons in om hen weer tot wijkbewoner schap te stimuleren. Pas sinds vorig jaar is er beleidsmatig ruimte voor dit wijk-bewoner schap gemaakt door middel van het beleid met betrekking tot Ontmoeten en Verbinden.

Wij zien natuurlijk ook dat steeds meer mede inwoners steun, hulp en zorg nodig hebben. Wij zijn zeer betrokken bij hen en zetten ons daar vrijwillig dan ook dagelijks en intensief voor in. Maar het reactieve karakter van overheid of welzijn en zorgorganisaties maakt het voorkomen van al te grote problemen moeilijk; acties of interventies worden zoals gezegd altijd door problemen gestuurd. End of pipe in plaats van actief inzetten op voorkomen.

Bij een toenemend appèl op een bijdrage vanuit inwoners aan de gegroeide problemen, (burgerparticipatie) hoort ons inziens tevens een appèl op ondersteuning en onderhoud van het niet-problematische deel van de stads samenleving. Het probleemgericht denken wreekt zich onder meer door een afname van bereidheid en beschikbaarheid van vrijwillige inzet, terwijl – zeker sinds de invoering van de Participatie maatschappij- de overheid daar steeds meer van verwacht.

Onze kritiek is meer dan een theoretische of semantische discussie. Het gaat over de prioriteiten die in deze beleidsnota aan u worden voorgelegd. En op de voorstellen voor de uitvoering.

Bijvoorbeeld de Regievoering

Niet het sociale wijkteam dient de regievoerder van de individueel georiënteerde welzijnsinterventies te zijn, maar de inwoner(s) of gezinnen zelf, ondersteund door de informele context en de professionele organisaties. Sociale wijkteams moeten er zijn voor de inwoners en niet andersom.

Niet de welzijnsorganisaties dienen de regie te voeren over groepsgerichte interventies ter beïnvloeding van de sociale basis. Maar de sociale basis zelf, gefaciliteerd door overheid en professionele organisaties.

Beiden hebben te lang vanuit een “deskundigheidspositie” hun werk vorm gegeven, terwijl er sprake was van een toename van aantallen problemen of zorg-casussen . Resultaat: wachtlijsten, overbelaste teamleden, ontevreden ‘klanten’ en veelal een opgelegde afhankelijkheid voor de invulling van hun bestaan door de hulp- en steun vragers. Bezuinigingen en decentralisaties hebben dit proces alleen maar versterkt.
Het beleidsdoel om meer preventief te gaan werken, betekent in feite een her- en erkenning van deze signalen. Dat doet ons goed.

Dat werkt alleen als de regie weer daar komt waar die hoort, namelijk bij de inwoner(s) zelf!. Vanzelfsprekend in goede en nauwe samenwerking met de professionele organisaties, maar het gaat om het belang van de inwoners en niet om dat van de organisaties. Dit basale gevoel van eigenaarschap geeft pas ruimte voor het ervaren van hulp en steun op deelleefgebieden, die men wenst. De gevraagde ondersteuning, dient vanuit gelijkwaardig partnerschap tussen de inwoner(s) en de dienstverleners te worden geleverd.

Bijvoorbeeld de Sturingsprincipes

Bij punt 5 van de aan u voorgelegde beslispunten gaat het over de sturingsprincipes. Nadrukkelijk worden daar de sociale wijkteams en het welzijnswerk genoemd. Wat wij tot onze verbazing missen is de essentiële rol van de wijk- en bewonersinitiatieven, buurthuizen, wijkondernemingen.

Dat deze geen enkele rol in de sturing hebben staat haaks op de eerdergenoemde uitgangspunten waarin actieve betrokkenheid, wijkgericht werken en preventie expliciet zijn genoemd. Ons staat een driehoek-samenwerking voor ogen. Een driehoek als samenspel tussen de gemeente, het professionele welzijnsveld en de burger/bewonersinitiatieven en buurthuizen.

In de gesprekken tot op heden hebben wij dit ook nadrukkelijk ingebracht. Helaas zien we dit essentiële aspect geheel niet terug. Wij vragen u om dit te repareren om daarmee de inbreng vanuit burgers via hun organisaties in de wijken daadwerkelijk te realiseren. Het stellen van andere verantwoordingsprincipes, zoals in de nota wordt beschreven heeft te veel kenmerken van een versterking van een bureaucratische controle behoefte. En gericht op de faciliterende geldverstrekker, terwijl eigenlijk verantwoording afgelegd dient te worden aan de inwoner(s).

Alleen een urenverantwoording is inderdaad niet toereikend om te bezien of inzet van mens en middelen het gewenste effect bereiken in het welzijnswerk. Het gaat om de resultaten/effecten. Maar dan moet bij de opdrachtverlening duidelijk zijn voor alle partijen welkeresultaten/effecten de gemeente wil zien.
Die resultaten worden bepaald door meerdere factoren: allereerst inwonertevredenheid in individuele interventie categorieën, ten tweede arbeidssatisfactie van uitvoerende medewerkers, ten derde enthousiasme en positieve energie van groepen wijkbewoners over de ondernomen activiteiten. Alle drie hebben als gemeenschappelijk kenmerk: erkenning van de persoon, respect voor de bijdrage, vertrouwen in de potentie van inwoners om ongeacht hun eventuele problemen hun leven vorm en inhoud te geven. Dit levert ook meer creativiteit en tevredenheid op bij het oplossen van minder goed lopende processen dan starre protocollaire interventie strategieën.

Eén en ander leidt tot onze verzoeken aan u als gemeenteraad:

  1. Onderschrijf de algemene tendens en de richting van het proces die in de nota wordt verwoord  en vraag het bestuur en de ambtenaren een stap verder te zetten in de herpositionering van de inwoners in dit domein van de sociale basis en het daarop gerichte welzijnswerk.
  2. Maak een beter onderscheid tussen 1. welzijnswerk, gericht op onderhoud en stimulering van de door ons beschreven sociale basis en de daarop gerichte activiteiten. Met als doel het leggen van verbindingen en versterken van de sociale cohesie tussen inwoners(groepen).
    En daarnaast 2. vormen van algemene en lichte zorg voor de problemen die (individuele) inwoners in hun bestaan tegenkomen.
  3. Geef de inwoners hun eigen regie terug en faciliteer het gezamenlijk ontwerpen van gelijkwaardige partnerschapsmodellen  tussen de leefwereld en systeemwereld vertegenwoordigers.
  4. Leg de in de huidige nota voorgestelde concepten en werkwijzen niet vast voor de komende jaren, maar geef uw ambtenaren en bestuur de ruimte en de opdracht om de volgende ontwikkelfase in te gaan. En blijf dit bijvoorbeeld jaarlijks volgen. Niet door een schriftelijke rapportage, maar door hier met elkaar er als driehoek over in gesprek te gaan.

Wij als actieve inwoners, die zich inzetten voor die sociale basis, niet alleen vanuit onze buurthuizen, maar ook vanuit andere platforms zoals het BurgerServiceLab, of samenwerkingsverbanden binnen het domein Burgerkracht, bieden onze inzet, bijdrage en ervaring hierbij van harte aan.

Namens De samenwerkende buurthuizen en het BurgerServiceLab,

Rudolf Beijerman